De week van…Karin

Zondag


Ik stond op met nog steeds het gevoel van een stoomwals die onlangs over me heen was gereden. Bij iedere beweging protesteerden er spieren waarvan ik het bestaan niet wist. Ieder begin van wat op een gesprek moest lijken, ontaardde al snel in een kriebelhoestbui. De pakjes papieren zakdoekjes lagen in grote getale op tafel en die veroorzaakten weer een knalrode neus waarop een stevige drinker jaloers zou zijn. Kortom … verkouden.
Mijn aandelen bij de overbekende drogisterijketen waren in ieder geval weer flink in waarde gestegen. Paracetamol, neusspray en een middeltje tegen het hoesten. Ik had geen zin en al helemaal geen tijd voor deze aanval van snottebellen, dus de strijd tegen de bacillen barstte in alle hevigheid los.
In de loop van de dag zag het er naar uit dat ik deze ronde zou gaan winnen. Ik begon me zowaar weer een mens te voelen. Tegen de avond was de strijd in mijn voordeel beslist. Gelukkig.

Maandag
Ergens in de verte hoor ik de wekker. Normaal gesproken ben ik wel een kwartier voor het irritante gepiep wakker zodat ik er meteen een mep op kan geven, maar na een nacht van hazenslaapjes en perioden van minuten zien verspringen op het digitale display, verstoort de herrie het moment dat ik echt lekker lag.
Ik ben een snoozer. Ken je dat? Zo’n type dat de wekker een half uur eerder zet om iedere negen minuten hetzelfde ritueel uit te voeren van ogen openen en een klap op de snoozeknop geven. En dat drie keer in de herhaling. Daarna is er geen redden meer aan en moet ik echt het dekbed van me afgooien.
De plek naast me is leeg. Dat is niets nieuws. Waar ik het heerlijk vind om me nog eens om te draaien en het moment van opstaan nog even uit te stellen, is mijn man iemand die aan een paar uur slaap genoeg heeft. Het zal me in ieder geval niet verbazen dat hij er al om vijf uur fris en fruitig naast stond.
Het heeft zijn voordelen. Als ik beneden kom, staan er twee honden met zwaaiende staarten te wachten. En … er staat een kop koffie voor me klaar op tafel.
‘ Je ziet eruit als een zombie.’
Juist! Ook goedemorgen! Ik slik het welgemeende compliment weg en ga zitten.
‘Ik heb gewoon rot geslapen.’ Weer een nadeel van de korte, maar hevige aanval van verkoudheid gevonden. Overdag slapen als een os, maar ’s nachts … ho maar.
Medeleven is ver te zoeken. Manlief draait nog een zware Van Nelle en klets ondertussen de oren van mijn kop. Drie bekers inktzwarte koffie en een snelle douche moeten ervoor zorgen dat ik enigszins kantoorproof uitzie.

Dinsdag
Het ritueel van opstaan is gelijk aan die van de maandag en zal er op woensdag naar alle waarschijnlijkheid ook weer zo uitzien.
Mijn baan is eigenlijk hartstikke leuk. Ik werk bij een ijzer- en metaalrecycling bedrijf in Alphen aan den Rijn. Een familiebedrijf. Officieel doe ik daar de administratie in de ruimste zin van het woord, maar daarmee houdt het niet op. Ook particulieren kunnen hun ijzer en metalen bij ons kwijt en dat levert regelmatig gezellige kletspraatjes op. Al met al is het gewoon heerlijk relaxed.
Vandaag was het geen spectaculaire dag en regelmatig snuffelde ik even op Facebook, Twitter en Hebban. De blogtour van Waanidee is nog steeds in volle gang en ik smul van de berichten en recensies die worden geplaatst. Ik lees weleens dat het sommige auteurs helemaal niet meer boeit wat er over zijn of haar boek wordt geschreven. Ik hoor daar dus duidelijk niet bij. Ik geniet van een fijne recensie en als er punten van kritiek zijn, sla ik deze zeker op om daar bij een volgend boek op te letten. Een volgend boek … ja ik ben ermee bezig. Een verhaal dat behoorlijk gruwelijk is. Verder vertel ik daar nog niets over, maar ik hoop dat jullie in 2018 weer een boek van mij in handen hebben.

Woensdag
De dag lijkt voorbij te kruipen, maar dat is altijd zo als er iets leuks in het vooruitzicht is. Vorige week donderdag was de pre-lancering van Broertje, het nieuwe boek van Michael Berg. Dankzij de verkoudheid die ik pas zondag wist te verslaan, was ik veel te beroerd om erbij te zijn.
Dan is er een lieve boekenvriendin die, niet geveld door welk virus dan ook, het voor elkaar kreeg dat ze een boek voor me mee mocht nemen. Genummerd en gesigneerd. Ik was zo blij als een … nou ja, vul zelf maar in.
We hadden afgesproken dat ik na het werk een bakkie koffie zou komen drinken en het felbegeerde boek zou ophalen. Gezellig was het, hoewel het wel lastig was om zoveel gespreksstof in zo’n korte tijd te proppen. Dat moeten we dus snel overdoen zodra er een zee van tijd is. Punt is wel dat ik een richtingsgevoel van een enorme kluns heb. De heenweg ging perfect, maar de terugweg … Ik stapte vol goede moed op mijn scooter nadat ik eerst het boek (eigenlijk boeken, maar ssstttt, niet verder vertellen) had opgeborgen. Ik moest rechtsaf om de wijk weer uit te rijden en jullie zullen het ongetwijfeld wel raden. Ik ging linksaf. Of was het andersom? Ik reed in ieder geval de verkeerde kant op en ik belandde in een doolhof van straten, sportvelden, maar niets wat op een station leek en daar moest ik langs om de weg naar huis weer te weten. Zes keer dezelfde gebouwen gezien, maar wat ik wilde zien, een winkelcentrum waar ik op de heenweg langs was gereden en het station, dat was in geen velden of wegen te bekennen.
Uiteindelijk, na drie keer vragen werd ik op het juiste spoor gezet en kon ik uit het doolhof ontsnappen.

Donderdag
Vandaag is mijn vrije dag en het is altijd zo dat ik dan een berg plannen heb waarvan nooit iets terecht komt. Het is en blijft zo’n tutdagje. Wat boodschappen doen. De donderdagmiddag was gereserveerd voor de kapper. Ik had een paar weken geleden het wilde plan opgevat om tussen mijn eigen, donkere haar grijze strengen te laten kleuren. Foto opgezocht op internet hoe ik het wilde hebben.
Helaas is dat een fiasco geworden en liep ik rond met een bos geblondeerd stro wat er niet uitzag. Aantrekkelijk voor koeien misschien en hoewel ik die beestjes ontzettend leuk vind, wil ik ze toch liever niet aan mijn haar laten knabbelen. Back to basic dus. Een beetje basic, want nu ben ik rood. Donkerrood en ik ben er best blij mee.
Nu is mijn man niet zo van het rood. Rooien en valen zijn donderstralen, zegt hij altijd. Nou van vaal (strogeel) naar rood is qua donderstraalgehalte best flink.
Het grootste compliment wat ik kon krijgen was een brommend: het staat je wel goed.

Vrijdag

Foto: studio Alphen

Vrijdag de dertiende. Voor de bijgelovigen onder ons een offday. Ik denk dat ieder mens weleens een beetje bijgelovig is, ook al beweert men van niet. Vrijdag de dertiende is wat mij betreft een gewone vrijdag. De laatste werkdag van de week en met mijn hoofd al een beetje bij het aankomende weekend.
Deze vrijdag de dertiende deed zijn naam eer aan. De dag op kantoor kabbelde een beetje door. Twee uur ’s middags en ik dacht: nog twee uurtjes, dan is het weekend. Opeens een paar flinke steekvlammen op het terrein. Brand. Nu zijn we dat wel gewend. Zo’n een of twee keer per jaar zit er weleens wat tussen het ijzer dat door het kortknippen te warm wordt en vlam vat. Of een gasfles die ontploft. Niemand raakt daarvan in paniek. Meestal wordt het binnen een paar minuten weer geblust. Water op brandend materiaal geeft natuurlijk een flinke rook ontwikkeling en ja hoor … Iemand in de naastgelegen wijk verveelde zich waarschijnlijk stierlijk, want we hoorden binnen de kortste keren de sirenes van brandweer en politie die met een overdreven vaart en zwaailichten het terrein op kwamen rijden.
Slangen werden in een razend tempo uitgerold om … de laatste kleine vlammetjes te doven.
Het nieuwsblad van Alphen had weer spectaculaire foto’s. De schooljeugd kon zich een paar blauwe vingers appen want ze hadden de brand gezien. Al met al was het wel snel vier uur en kon ik aan het weekend beginnen.

Zaterdag

Een dag met een gouden randje.
Het zal jullie niet vreemd in de oren klinken als ik zeg dat een onbekende auteur bijna geen boekhandel binnenkomt voor een signeermiddag. Onbekend maakt nu eenmaal onbemind. Al weken geleden had ik een oproepje op Facebook gezet met de vraag: In welke boekhandel zouden jullie lezers het leuk vinden als ik daar kwam signeren? Een van mijn Facebookvrienden noemde Het Depot in Drachten en zij tagde de eigenaresse van de boekhandel. Zij was meteen enthousiast. Drachten … jeetje dat is een eind weg, maar waarom niet? De afspraak werd gemaakt voor 14 oktober, vandaag dus.
Theo (van Rijn, LetterRijn), mijn zeer gewaardeerde uitgever, bood meteen aan om ernaartoe te rijden. Om half elf ging de rit van ongeveer twee uurtjes van start. Gespreksstof genoeg en de Tom Tom werd helemaal in de war gebracht door het meeluisteren.
We waren er precies op tijd om een uur na een stuk sightseeing in de kleine dorpen van Friesland waar we dus helemaal niet moesten zijn, maar waarvan de dame in de Tom Tom bleef beweren dat de bestemming was bereikt. Wel een prachtige omgeving en aan de ruimte en de rust zou ik makkelijk kunnen wennen.
De ontvangst was geweldig. Een tafel met boeken, koffie, brownies en chocolaatjes. Een heerlijke middag en ik heb weer hele leuke mensen ontmoet. En … het aller leukste is dat de afspraak voor de signeersessie van het volgende boek al staat. Het zal jullie niet verbazen dat deze nachtbraker om tien uur uitgeteld in haar mand lag met een boek. Ik heb een paar pagina’s gelezen, maar ik heb het vermoeden dat die in de herhaling gaan.

Leave a Reply

  • (not be published)