Het begon onschuldig, zo gaat dat meestal bij een thriller. Als je vooraf zou weten dat een situatie gruwelijk uit de hand gaat lopen, zou je namelijk wel eerder ingrijpen. Wij zagen het kwaad niet aankomen. Integendeel, wij hadden onze gasten juist bewust uitgenodigd. Het had allemaal te maken met biodiversiteit. Als je het nieuws een beetje volgt, weet je dat dat een hot item is.

Ruim een jaar geleden kochten we een huis met een tuin. In onze nieuwe buurt had bijna iedereen zijn tuin betegeld. Dat is misschien praktisch, maar ook saai en een gruwel als je biodiversiteit in de stad belangrijk vindt. Wij besloten onze tuin om te toveren tot een groen walhalla, een toevluchtsoord voor de dieren in de buurt. Dat deden we goed, want al snel stroomden de vogels, vlinders en insecten toe. Ze kwamen af op ons gezellige insectenhotel, de planten en bloemen, de broodkruimels, de zaden en de talloze verstopplekjes. Het was een topzomer.

Maar toen kwam de herfst. De vogels vertrokken naar warmere oorden en ook de andere dieren zochten een beschutte plek op. Zo zagen wij een piepklein muisje in onze afvoerput springen. Dat hoorde eigenlijk niet bij ons plan, maar volgens manlief was dat nu eenmaal de consequentie van zo’n tuin. Zolang de muis maar niet binnenkwam.

Kort daarna zat de muis in de vogelkooi in de huiskamer. Schattig, vond mijn partner, maar ik hoorde hem amper want ik vertrok meteen naar de winkel om een muisvriendelijke val te kopen. Kijk, ik weet heus wel dat die diertjes niets doen, maar van onverwachte bewegingen in donkere hoeken krijg ik het erg benauwd.

Als ik mijn angsten wil bezweren, geef ik ze een naam. Daarom noemde ik de indringer Harry. De muisvriendelijke val stond twee weken op scherp, maar Harry was slim genoeg om er niet in te trappen. Toen we op een avond laat thuiskwamen, troffen we twee muizen aan in de vogelkooi. Ze waren een paar maatjes kleiner dan Harry.

De volgende dag kocht ik een paar echte muizenvallen. Manlief vond het zielig, maar ik wist hem te overtuigen met de horrorverhalen over doorgeknaagde stroomkabels die ik gevonden had op internet. Harry en zijn gezinsleden bleken echter van een superieur en intelligent muizensoort te zijn, want ze vermeden de vallen gevuld met pindakaas en zonnebloempitten en vraten gewoon het voer van onze dwergpapegaaien op.

Inmiddels wisten we zeker dat de muizen via de afvoerput, kruipruimte en de gaten rondom de verwarmingsbuizen naar binnen kwamen. ‘Het is tijd voor gif en purschuim’, zei ik en mijn natuurliefhebbende man keek me even droevig aan voordat hij akkoord ging. Het gif werd de kruipruimte ingeschoven en alle toegangen tot onze huiskamer werden dichtgespoten met een dikke laag purschuim.

Toen begon het geknaag. Avond na avond. Relaxed op de bank zitten was er niet meer bij. De tv moest uit, want ik was geobsedeerd door muizengeluiden. Ik hoorde ze knagen aan het purschuim en soms hoorde ik zelfs gebonk onder onze parketvloer. Het gif leek weinig effect te hebben. Waarschijnlijk had Harry de rest gewaarschuwd.

Zo’n slimmerd doet het natuurlijk ook goed bij de vrouwen. Het kon dus haast niet anders dan dat Harry onder onze vloer een enorm muizenleger aan het opbouwen was, zodat hij strategische aanvallen kon gaan uitvoeren op de zwakke plekken van onze huiskamer.

Opeens werd het stil. Voorzichtig begon ik te hopen dat het gif ze eindelijk genekt had, maar ineens zag ik een flinke muis uit de afvoerput komen. Kerngezond, viriel en vitaal tippelde Harry de hoek van het huis om.

Waarschijnlijk zoekt die sluwe schurk nu naar een andere route om zijn muizenleger naar de overwinning te leiden. Een ding is zeker: op een dag breken ze door onze beschermingslinie heen. Misschien dat we voor de kerst toch maar een paar logeerkatten in huis moeten nemen, want een wapenstilstand met Harry zal er waarschijnlijk niet inzitten.

Ingrid Oonincx

 

 


Ingrid Oonincx (Baarle-Nassau, 1968) is thrillerschrijver, columnist en communicatieadviseur op een hogeschool. Ze studeerde journalistiek en woont met man en twee zonen in Tilburg.

Ingrid heeft vijf goed ontvangen thrillers op haar naam staan. Haar nieuwste boek is Pretty Boy (2018), volgens de lezers een aangrijpende pageturner over afkomst en identiteit. In 2016 verscheen Medicijn, een actuele, meeslepende thriller die inspeelt op het verlangen van veel mensen om zo lang mogelijk jong te blijven. Eind 2013 kwam de thriller Sluipweg uit over de impact van een traumatische gebeurtenis op een groep jongere. In 2011 verscheen Botsing een ijzingwekkende psychologische thriller gebaseerd op een ware gebeurtenis. Ingrid debuteerde in 2010 met Nickname, dat werd genomineerd voor de Schaduwprijs voor het beste Nederlandstalige thrillerdebuut en de Crimezone Award voor de beste Nederlandstalige thriller.

Ik ben Alexander, bouwjaar 1973. Ik lees graag thrillers en fantasyboeken. Zelf schrijf ik korte verhalen, doe mee aan schrijfwedstrijden en werk aan mijn eigen boek. Ook ben ik bouwkundig tekenaar en hou ik van Formule 1 en wielrennen.

Leave a Reply

  • (not be published)