Het leven van een auteur gaat niet altijd over rozen…Karin Hazendonk gunt ons weer een kijkje in haar afgelopen week!

Zondag
Vandaag is zo’n heerlijke dag waarin ik van alles wil doen, maar niets echt hoeft. Ik ben begonnen in een boek wat ik al een tijdje, lees meer dan een jaar, voor me heb uitgeschoven. Ongelooflijk zou je denken. Het gaat om Moord in de Tunnelflat van Joost Visbeen. Dit boek is gebaseerd op een ware gebeurtenis. Arnold, de vermoorde man, was een goede kennis van ons. Wij kenden hem al jaren. En ja, ik geef het onmiddellijk toe: we kenden hem uit ons stamcafé. Hij was een rustige man. Iemand met een flink gevulde rugzak. Iedere zaterdag zat hij aan de bar, dronk zijn biertje, maakte een algemeen praatje, maar bemoeide zich met niemand. 
Opeens was daar het bericht. Arnold is dood … vermoord. 
Dan heb je last van het ongeloof. Who the fuck zou een man als Arnold het hoekje om willen sturen? Natuurlijk werd er gespeculeerd. In de kroeg zijn er genoeg potentiële rechercheurs die na een paar biertjes ogenschijnlijk iedere moord moeiteloos oplossen. Deze overpeinzing doet me wel meteen denken aan de titel van het boek van Marja West … Echte barkeepers heten Henk. Klopt. In ons stamcafé zwaaide Henk de scepter. Een boom van een kerel die, zoals wel eens gekscherend werd gezegd, de beste klant van zijn eigen café was. 
Ik zeg was. Hij had altijd geroepen dat hij de zestig jaar niet zou halen. En hij hield woord, zoals hij altijd deed. Een paar dagen voor zijn zestigste verjaardag lag hij dood in zijn bed. 
Even terug naar het boek. Ik had het lezen ervan niet hoeven uitstellen. Wat een kolder. De enige overeenkomst met de werkelijkheid is dat Arnold inderdaad is vermoord. De rest van het verhaal eromheen is verzonnen en ik heb daar moeite mee. 
De moord is tot op heden niet opgelost.   

Maandag
Als er zoiets bestaat als the day before dan is dit hem. Morgen is manlief jarig. Niets bijzonders, zou je zeggen. Tweeënzestig is geen spectaculaire leeftijd. Misschien druk ik me iets verkeerd uit, maar ik bedoel dat deze leeftijd geen enorme veranderingen met zich meebrengt. 
Tijdens het eerste bakje koffie van deze ochtend werd er al voorzichtig gevraagd of ik morgen een vrije dag had. 
Shit! Nooit aan gedacht. Degenen die mijn vorige weekdagboek hebben gelezen, weten van alle kantoorperikelen van die week. Ik dacht niet dat het een probleem zou zijn, maar ik hield voorzichtig een slag om mijn arm. Het was geen probleem dus mijn werkweek zag er opeens heel anders uit.
Puntje is wel dat wakker blijven tot twaalf uur om te feliciteren niet echt meer lukt. Toch een kwestie van ouder worden?  

Dinsdag
Ondanks de extra vrije dag toch vroeg opgestaan. Voor iemand die altijd roept dat verjaardagen niet meer spannend zijn, waarde er toch een zekere opwinding door het huis. Ik geef toe dat ik het leuk vind om jarig te zijn of om een jarige in huis te hebben. Sinds de kinderen de deur uit zijn, kan ik me al veel minder uitleven met een verjaardag. Ik was er helemaal klaar voor. Ik stond al om acht uur bij de supermarkt om de laatste dingen te halen. Je kent het wel. Gebak, iets te snaaien bij de borrel. 
Visite. Klokslag tien uur, want dat hoort. Zeker bij mensen van ver in de tachtig. Twee kopjes koffie. Niet in de gebruikelijke mok die ik normaliter volgiet. Voor mijn schoonouders komen de kopjes uit de kast die ik ooit eens in 19-Noach van ze heb gekregen. Van die hele enge, dunne Engelse kopjes. Waar je wijsvinger amper in het oortje past en je de neiging hebt om elitair de pink omhoog te gooien. 
Om kwart over elf mag er iets geschonken worden. Geen minuut eerder. Ik zag mijn schoonvader al een paar keer stiekem naar de klok kijken. Verjaardag betekent voor hem een extra borreltje op een doordeweekse dag. Een beetje aandoenlijk wel. 
Begerig wordt er naar de worst en kaas gekeken. Geen fratsen bij mijn schoonouders. Geen toastje met brie of salade.
Mijn schoonmoeder is een ander verhaal. Met strakke hand heeft ze altijd haar huishouden gerund. Nu ze de respectabele leeftijd van zesentachtig heeft bereikt, komen er wat ongemakken. Ze raakt een beetje de kluts kwijt. Soms hilarisch, maar soms schrik ik er ook wel van als ze vraagt hoe de kinderen ook al weer heten of dat ze niet meer weet dat ze achterkleinkinderen heeft. 
Om half een staan ze op. Het is al veel te laat geworden, om twaalf uur hoort eigenlijk de broodmaaltijd op tafel te staan. Het blijft de generatie van de klok. Alles moet op tijd, geen dag verschilt van de andere, tenzij er iemand jarig is.   

Woensdag
Mijn week is nu al van slag. Ik kom niet echt op gang en op de automatische piloot werk ik de stapel troep op mijn bureau weg. 
Mijn hoofd zit bij mijn manuscript. Bij een van de vier eigenlijk. Heerlijk chaotisch weer. Tussendoor mik ik wat aantekeningen op een kladblok en probeer ik de klok vooruit te duwen. 
’s Avonds kom ik pas een beetje in mijn hum. Ik heb een fijn stuk geschreven. En alweer een vrije dag in het vooruitzicht.  

Donderdag
Mannen en hun hobby. Een oude hobby die nieuw leven is ingeblazen. Mannen en treinen. Ik begrijp er geen donder van. We hadden een kamer over. Niets mis mee, dacht ik. Daar maak ik een leuke logeerkamer van. Fout gedacht. Die kamer is gebombardeerd tot treinkamer. Hoe verzin je het. 
Er wordt gebouwd, rails neergelegd. Er wordt gepraat over wissels, verlichting en bouwpakketten. Ja en daar zit ik dan mee. Huisjes, winkels, grachtenpanden. Alles zit in bouwpakketjes met een oneindige hoeveelheid stukjes die in elkaar gelijmd moeten worden. Het is de bedoeling dat ik dat ga doen. 
Dat zal dan niet in het kader zijn van gezellig samen bezig zijn. Ik heb geen kaas gegeten van tekeningen lezen. Ik lees zelfs geen gebruiksaanwijzing van apparaten. 
Het probleem is dat mijn man het niet meer kan zien. Een overblijfsel van zijn herseninfarcten. Ooit heb ik eens geroepen dat ik die huisjes en aanverwante zaken wel in elkaar zet. Totdat ik het kleinste huisje zag. Mijn god, dat zijn al honderden onderdeeltjes. 
Wish me luck!
Dan ga ik nog even terug naar de verjaardag. Cadeaus geven is al jaren niet meer aan de orde. Geld is het makkelijkst. Koop zelf maar iets, is de veelgehoorde kreet. Dat gaat dus nu gebeuren. Bouwpakketten kopen. Er moet een dorp worden gebouwd, een industrieterrein en ook nog de nodige boerderijen. Gelukkig hoef ik de koeien en schapen niet in elkaar te zetten. In de winkel slaat de schrik me weer om het hart. Het ziet er allemaal prachtig uit, maar ik vrees het moment dat de doos wordt geopend en ik mag gaan plakken. 
Dit wordt zeker vervolgd. 

Vrijdag
Mijn week is definitief naar de knoppen. Ik kan best wennen aan al die vrije dagen, maar eigenlijk zou daar ook de vrijdag deel van moeten uitmaken. Mijn hoofd zit al te veel bij het weekend. 
Toch is een vrijdag op kantoor ook wel leuk. Iedereen heeft al een beetje weekendstemming. 
Klanten die hun ijzer komen brengen, zijn net een tandje vrolijker. Zo heeft iedereen ook zijn eigen plannen. Gewoon thuis en relaxen. De ander duikt de kroeg in en drinkt het verdiende extraatje in een avond weg. 
Mijn plannen zijn duidelijk. Gewoon niets.  

Zaterdag
Geen haast vandaag. Het blijkt dat ik toch nog wat boodschappen moet halen. Het lijkt wel of ik steeds meer tijd aan dat gedoe moet besteden. Ik neem wel een lijstje mee, maar als ik dan thuiskom, ben ik altijd wel iets vergeten (kijkt dus niet op lijstje) of manlief roept enthousiast dat er iets op is. 
’s Middags zet ik de laptop op tafel. Een beetje Facebook. Genieten van de laatste recensie van de blogtour van Waanidee waarvan ik weer heel erg blij werd. En nog steeds ben. 
Het lijkt wel of er een nieuwe hype is ontstaan op de social media en ik erger me er kapot aan. Er staat een fout in een (willekeurig) boek. Dat wordt meteen op Facebook gegooid met de domme vraag: “Dit is toch fout?” De reacties zijn veelvuldig. Redacteuren worden de grond in geboord. Auteurs voor gek gezet. Iedereen schijnt precies te weten waar iedere komma, dubbele punt of ander leesteken behoort te staan. 
Nu ik dan toch even mijn gram probeer te halen … er bestaat geen foutloos boek. Het probleem is namelijk dat auteurs, proeflezers, redacteuren en iedereen die bij de geboorte van een boek zijn betrokken, gewoon mensen zijn. Een ander punt is stijlfouten. Wie bepaalt er wat een stijl is? De auteur heeft een bepaalde wijze van schrijven. Dat is zijn/haar ding. Iets waaraan herkenbaarheid hangt. Kijk, als iemand vertelt dat zijn personage een kop koffie zet om vervolgend de beker thee van tafel te pakken, heeft iedereen die daarover valt volstrekt gelijk. Dat is tenenkrommend. Al het andere … houd gewoon het plezier in lezen en val niet over ieder dingetje. 
Goed, ik hou erover op. 
De rest van de zaterdag is voor Netflix, een wijntje en een knabbel erbij met naast me een gezellige herder die me met zijn donkerbruine ogen ontzettend lief aankijkt omdat hij ook graag een chipje lust.   

Tot volgende week met misschien wel verpletterend leuk nieuws. Kan ook de week erna zijn. Of daarna … 

Karin

Leave a Reply

  • (not be published)