(c) Marc Bolsius

Behalve een recensie schrijven over het nieuwe boek Zwanenbroeders van René van Rijckevorsel, mochten wij hem ook een aantal vragen stellen. Lees hieronder het interview wat wij gehouden hebben met René en lees ook zeker de recensie van Yfke over Zwanenbroeders.

Onlangs verscheen je nieuwste boek, Zwanenbroeders. Waarom besloot je over dit broederschap, waar je zelf lid van bent, een thriller te schrijven? En wat vond het broederschap er zelf van?
Mijn eerste twee thrillers (Tunis in 2014 en Zim in 2016) hadden landen waar ik heb gewoond als decor (Tunesië en Zimbabwe). Ik heb niet in andere buitenlanden mogen wonen, maar vind het wel leuk om mijn verhalen zich in een bijzondere setting te laten afspelen. Nu is de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap, dat is de officiële naam van de Zwanenbroeders, dit jaar precies 700 jaar oud. Het staat bekend als een mysterieuze club, met een bijzondere geschiedenis. En ik ben er ook nog eens lid van ja. Dus het was voor mij zo klaar als een klontje dat mijn derde thriller over de Zwanenbroeders moest gaan. De Broederschap heb ik pas in een vrij laat stadium ingelicht. Hun reactie was heel sportief. Het eeuwfeest is zeer strak georganiseerd en dan meldt zich opeens een spookrijder die een eigen plannetje heeft… ze hadden ook een poging kunnen doen om mij ervan te weerhouden. Dat was gelukkig niet zo. Wel hadden ze, terecht, een aantal verlangens omtrent het boek: geen herkenbare leden of namen, niks met illuminati en zo. Maar dat was ik ook niet van plan, dus dat kwam goed uit.

Is het voor jou belangrijk dat er een historisch of politiek aspect in een thriller zit? En was het lastig voor je om er geen journalistiek stuk van te maken?
Zeker. Mijn boeken kun je scharen onder faction, fictie en feiten lopen door elkaar heen. In het geval van Zwanenbroeders is bijna alles wat het verleden betreft op de werkelijkheid gebaseerd. En ik vind politieke motieven interessanter om te beschrijven dan macabere, bloedige daden van compleet gestoorden – dat laat ik graag aan andere thrillerauteurs over. Maar de feiten moeten niet de overhand krijgen. Toen ik mijn thrillerdebuut Tunis schreef, ben ik te lang te journalistiek bezig geweest. Pas toen ik al die uitleggerij had geschrapt, was het boek okay.

Eerdere boeken van jouw hand speelden zich af in Afrika. Heb je een bijzondere band met dit continent? En met ’s-Hertogenbosch?
Ik heb dus in Tunis en Harare gewoond. Mijn vrouw was diplomaat en ik werkte in die steden als correspondent. Als je een tijd in zo’n land woont, schept dat zeker een band. Zimbabwe is daarbij ook nog eens een van de mooiste landen ter wereld. Met ’s-Hertogenbosch heb ik vooral een band door de Broederschap, die daar is gevestigd. Ik kom er een paar keer per jaar en vind de binnenstad prachtig. Eerdere generaties van mijn familie woonden in en om
’s-Hertogenbosch. Zij waren ook lid van de Broederschap – sinds 1802.

Je hebt Nederlandse taal en letterkunde gestudeerd. Wat bewoog je om de journalistiek in te gaan?
Ik heb Nederlands gestudeerd omdat me dat een goede basis leek om daarna in de journalistiek te gaan. Dat wilde ik al vanaf mijn veertiende. Vraag me niet waarom. Het leek me denk ik vooral een romantisch beroep van waaruit je je gelegitimeerd met alles mag bemoeien. Ik had ook geschiedenis kunnen studeren.

Waarom ben je thrillers gaan schrijven?
Toen we in Tunis woonden, werd een collega-diplomaat van mijn vrouw geliquideerd, voor zijn huis. Robert Jan Akkerman. Die moord is nooit opgehelderd en ik wilde er altijd iets mee doen. Een echte roman werkte niet, vond ik. Tot een redacteur bij een uitgeverij zei: waarom maak je er geen thriller van? Dat was het kwartje dat moest vallen. Ik kwam onder de hoede van Tomas Ross, en schreef toen in no time Tunis.

Wat heeft de Schaduwprijs je gebracht?
Vooral de ambitie om ooit de Gouden Strop te winnen, haha.

Ben je al bezig met een volgend boek?
Ik heb een paar verhaallijntjes in mijn hoofd, en ik hoop die tijdens mijn zomervakantie aan elkaar te knopen. Maar echt bezig ben ik nog niet. Bij Zwanenbroeders had ik ook de druk (van mijzelf) dat het in 2018 af moest zijn. Ik neem voor mijn komende boek iets meer tijd denk ik. Mijn dagelijkse werk bij Elsevier Weekblad vergt ook de nodige aandacht en inspanning.

Ben je een planner of iemand die begint met schrijven en wel ziet waar het verhaal zich naartoe ontwikkelt?
Als ik een begin en een eind heb, zie ik wel wat er onderweg gebeurt. Tijdens die rit krijgt het verhaal ook steeds meer gelaagdheid. Dat maakt het schrijven spannend. Als je eerst alles schematisch gaat plotten, wordt het zo’n invuloefening lijkt me.

Wat maakt voor jou een goed boek of een goede thriller?
Tempo, taal en de mate van originaliteit. Ik lees niet zo veel thrillers. Veel mensen zeggen dat Zwanenbroeders ze aan Dan Brown doet denken. Ik heb nog nooit een letter van die man gelezen! Een goed boek wil je in één ruk uitlezen.

Lees je zelf graag en zo ja, wat?
Michel Houellebecq en William Boyd zijn de twee namen die het eerst in me opkomen. Van die twee heb ik echt alles gelezen.

Wat is je favoriete boek allertijden?
Brazzaville Beach van William Boyd vond ik geweldig. De titel alleen al. De hoofdpersoon heet ook nog eens Hope Clearwater. Prachtig boek over primatologen, apendeskundigen. Overigens heet een vrouw in Zwanenbroeders Sterre van der Zee. Dat is een van de vondsten waarmee ik nog steeds content ben.

Waarom zou iedereen Zwanenbroeders moeten gaan lezen?
Het is niet alleen een spannende pageturner (zeggen alle lezers tot nu toe), je steekt ook nog eens het een en ander van op over religie en religieuze kunst in het algemeen en over de geschiedenis van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap in het bijzonder. Het is een ode aan Den Bosch. Bovendien is het een thriller met verschillende lagen, en zitten er voor de goede verstaander met een beetje parate bijbelkennis ook nog eens veel (naam)grapjes in. Maar als je nu denkt dat het een reli-thriller is: dat is het zeker ook weer niet.

 

foto René: (c) Marc Bolsius

Leave a Reply

  • (not be published)