Jackie van Laren is de schrijfnaam van Jacqueline Remmers (1968). Ze heeft twee grote passies in haar leven: muziek en verhalen. Met de driedelige Q-serie maakte ze haar debuut als schrijfster. Daarna volgde het tweeluik Vallen en Opstaan. Momenteel werkt ze aan de nieuwe Eilandliefde-serie, dat begon als vervolgverhaal op Facebook. Wij stelden haar een aantal vragen.

Foto: uitgeverij Boekerij

Kun je ons kort vertellen wie Jackie van Laren is?
Nee, volgens mij niet. Ik heb zelf in ieder geval geen idee hoe ik mezelf in een soort elevator pitch aan iemand anders moet introduceren – niet omdat ik nou zo’n reuze complex en mateloos interessant mens ben dat het niet in een paar zinnen te zeggen is, maar meer omdat ik niet kan verzinnen wat ik in godsnaam over mezelf zou moeten melden waar een ander iets aan heeft.

Hoe zou jouw beste vriend(in) je omschrijven?
Als een iemand die haar verdriet weglacht en goed is in beren op de weg zien, denk ik.

Je schrijft heerlijke real life feelgood boeken, wanneer is deze schrijfpassie ontstaan?
Op 8 oktober 1977, om precies 5 over 3 in de middag… nee, geen idee natuurlijk. Ik heb altijd van verhalen gehouden, ik lees vanaf het moment dat ik dat kan zo ongeveer alles wat lang genoeg stilstaat, ik kijk films, ik luister luisterboeken, ik maak graag dingen (kan van alles zijn, gedichten, liedjes, haakwerk, muziek, theater)… het is voor mij eigenlijk volkomen logisch dat ik ook verhalen maak. Ik deed dat natuurlijk al lang voordat er iets van werd uitgegeven; ik vind dat trouwens nog steeds een hele eer.

Het schrijven van verhalen die vooral gebaseerd zijn op passie en gevoel. Is dat iets wat je kunt leren of moet je die feeling gewoon in je hebben?
Volgens mij is het van allebei een beetje.

Ik denk dat je om te beginnen altijd wel een soort drive moet hebben om iets te willen creëren, wat het dan ook is, want dat is over het algemeen veel werk. Dus dat, die motor, moet wel in je zitten; anders ga je natuurlijk niet maanden achtereen dagelijks trouw zitten typen. Of een beeld uit een brok marmer hakken, of zoiets.

Naast drive heb je dan natuurlijk nog een idee nodig; en dat is waar de eigenlijke creativiteit zit. Niet ieder brein is even handig in een idee afleveren. Ik ben per ongeluk opgescheept met een brein als een fruitmachine: geef het een probleem en het begint ogenblikkelijk te klikken en te zoeken naar mogelijke combinaties om het probleem op te lossen. Als ik dus een verhaal wil verzinnen, dan moet ik het mezelf voorleggen als een probleem waarvoor ik een oplossing moet zoeken, en dan gaat de rest min of meer vanzelf. Het klinkt allemaal een beetje mechanisch en ongezellig, en juist niet alsof het heel erg over passie of gevoel gaat, maar stel ik heb hoofdpersoon x, met een rijtje kenmerken. Dan vraag ik aan de fruitmachine: hoe zou hij nou reageren op situatie y. En dan komt er op een goed moment een antwoord. Zo werk ik me door alle beslissingsknooppunten van een verhaal heen, in ieder geval grofweg, totdat het geklik van de fruitmachine ophoudt. Tijdens het schrijven komen er dan nog wel wat van die klikmomentjes, maar dat zijn maar kleintjes, als het raamwerk van het verhaal al staat.

Het schrijven zelf staat voor mij los van de ideeënvorming, het is in mijn ogen voor het overgrote deel meer een ambacht dan een soort magisch iets. Als je goed wilt kunnen schrijven dan moet je simpelweg veel oefenen. Veel lezen hoort ook bij dat oefenen; ik weet eigenlijk wel zeker dat je niet goed zult kunnen schrijven als je niet ook veel en breed hebt gelezen. Je moet kunnen bepalen wat je wilt, maar ook wat je niet wilt, en er moet eerst iets in voordat er iets uit kan komen. Dat idee.

Ik zie het net als zingen: iedereen kan het, zelfs mensen die denken dat ze het niet kunnen. Je moet er alleen voor oefenen, en bij de een moet er harder geoefend worden dan bij de ander. En iedereen klinkt anders: dat is met schrijven ook zo.

Regelmatig keren er personages uit eerdere boeken terug in nieuwe verhalen, soms maar heel kort maar het wordt zeker opgemerkt, blijven jouw personages altijd levend? Sterker nog, bestaan ze echt?
Mijn personages hebben wel kenmerken van echte mensen, maar ze zijn nooit “helemaal” echte mensen. Ik heb in mijn hoofd een archief met losse kenmerken om personages mee aan te kleden, en die spaar ik op door naar mensen te kijken om me heen, maar ook in films, op televisie etc. Ik zie dan maniertjes, blikken, hoe mensen lachen, hoe ze boos worden, ik zie ogen en neuzen en monden, haren en loopjes en spraakjes. Alles wordt opgeborgen, en als ik een personage wil vormgeven, dan kan ik daaruit putten.

Ik ben pas tevreden met een personage als hij of zij voor mij echt zou kunnen bestaan; als het karakter rijk genoeg is om een echt mens te zijn. Zelfs al zie je lang niet alles terug in een verhaal, in mijn hoofd zijn het behoorlijk complete individuen. En daar leven ze ook wel verder, ja. Ik heb er dus veel plezier in ze af en toe nog eens terug te laten komen, en daarnaast vind ik het leuk om boek voor boek een soort wereld te bevolken; een beetje zoals in het Marvel Cinematic Universe. ik heb wel eens voor de grap geroepen dat ik bezig ben met het opbouwen van een Jackieverse.

Thuiskomen is je laatst verschenen boek, ik heb dit boek recent gelezen, het heeft een enorme indruk op me gemaakt maar wel op een andere manier dan al je voorgaande boeken, heb je bewust voor een zwaarder thema gekozen?
Nee hoor. Ik wist van tevoren niet dat het ‘zwaarder’ zou zijn. Voor mij was het boek dat ik vóór Thuiskomen schreef, De meisjesmagneet, eigenlijk zwaarder, omdat de hoofdpersonen zo’n lange tijd zoekend of in basis ongelukkig waren. Ik leef mee met mijn personages als ik schrijf, dus ik vond het nogal zielig voor ze dat ze zich zo lang ellendig voelden.

Heb je al plannen voor een volgend boek?
Ik heb altijd plannen, ik heb meer plannen dan handen. Was ik maar een octopus, dan kon ik misschien wel meerdere verhalen tegelijk op papier krijgen – als ik tenminste niet met mijn zuignapjes aan de toetsen bleef plakken.

Kun je ons iets vertellen over jouw schrijfritueel? Heb je dat of helemaal niet zelfs?
Welnee joh, ik heb geen ritueel. Klep open en tikken, dat is mijn ritueel; ik ben veel te praktisch ingesteld om er een ritueel op na te houden. Buiten dat om kan ik me dat helemaal niet veroorloven, want ik heb ook nog een fulltime baan, die af en toe best ingewikkeld is, en een gezin. Ik mag blij zijn als ik twee uur van mijn dag aan schrijven kan besteden – dat is dan meestal slaaptijd die daarvoor ingeleverd moet worden – en dan ga ik niet ook nog tijd opmaken aan een ritueel, natuurlijk.

Laat jij je tijdens het schrijven leiden door je personages en hun verhaal of weet je (in grote lijnen) al precies wat er wanneer gaat gebeuren?
Ik weet in grote lijnen wat ik wil laten gebeuren, en ik heb mijn personages meestal tot in detail uitgedacht. En dan niet eens zozeer hoe ze eruitzien, maar hoe hun karakter is, wat ze gevormd heeft, waar ze van houden en waarvan niet (en soms ook hoe dat komt), hoe ze praten, hoe ze bewegen, dat soort dingen. En omdat het dan behoorlijk complete mensen zijn geworden, wordt het voor mij logisch dat ze reageren hoe ze reageren, dus zou je kunnen zeggen dat ik me door ze laat leiden: ik geef ze een problematische situatie en dan kijken wat er gebeurt…

Ik vind het vooral interessant om mensen verliefd op elkaar te laten worden, omdat dat vaak heel confronterend is, en ook vaak enorm ontwrichtend — een heel nieuw iemand in je leven binnenhalen kan veel overhoop halen. En ondanks die ongemakkelijkheid gaan mensen toch van ineens van alles doen als ze verliefd zijn, zelfs dingen waarvan ze zelf misschien nooit hadden gedacht dát ze het zouden doen. Dat vind ik interessant, die drijfveren, die emotionele ontwikkeling.

Veel mensen lezen graag boeken over liefde om een reden die op het eerste gezicht vrij plat lijkt: lekker zwijmelen, escapisme uit de sleur of een trip down memory lane. Maar wat er volgens mij eigenlijk gebeurt als je meeleeft met iemands emotionele reis, is dat je je je emotionele intelligentie prikkelt en traint, net zoals je, wanneer je iets moeilijks leest, je intellectuele intelligentie een zwieperd kunt geven. Ik hoop altijd dat mensen die mijn boeken lezen en die meeleven met de hoofdpersonen daarna achterblijven met een verrijkt gevoelsleven, een kleine verbreding in hun emotionele register.

Wie of wat heeft de meeste invloed op jouw leven gehad (of nog steeds)?
Mijn man en mijn kind, en muziek, en dat ik op een betrekkelijk vroeg moment in mijn leven heb leren lezen.

Van welke auteur(s) ben jij een enorme fan?
Ik ben niet zo’n heel erge dweepkous, maar ik ben bijvoorbeeld een groot bewonderaar van Stephen King, omdat hij zo’n begenadigd verhalenverteller is. Hij kan personages met één zin tot leven wekken; ik heb daar veel respect voor, voor dat vakmanschap. Hij laat trouwens personages, en locaties, af en toe ook terugkomen; wie weet heb ik dat wel half onderbewust van hem afgekeken…?

Lees je graag feelgood boeken van andere auteurs, of is dat juist lastig?
Ik heb zelf helemaal niets met genres, en dat mijn boeken feelgood heten is een beslissing die de uitgeverij neemt, niet ik. Ik maak iets wat mij zelf op dat moment interessant lijkt, wat me leuk of mooi lijkt om te lezen als ik zelf iets te lezen zou willen. Ik wil altijd graag dat iedereen het naar zijn of haar zin heeft in het leven (zelfs mijn personages) dus mijn verhalen hebben over het algemeen iets hoopvols. Ze “lopen goed af”, je blijft achter met een goed gevoel na het lezen. Verder stop ik er vaak thema’s in die ik interessant vind. Bijvoorbeeld het verschil tussen hoe iemand overkomt en hoe iemand daaronder echt is, of natuur, milieu, dat soort zaken. Er zit ook altijd muziek in; een dag zonder muziek is geen dag. Nou ja, en dan is op een goed moment het verhaal af, dan doet de uitgeverij er een omslag om, en plakt er een feelgoodsticker op, en dan is het dus feelgood. Ik moet bekennen dat dat allemaal een beetje langs me heen gaat.

Als ik iets lees dan kijk ik ook niet echt naar genres, ik kijk eerst of het me interessant lijkt, en daarna kijk ik of het me pakt. Als dat niet gebeurt, dan leg ik het boek weg. Als dat wel gebeurt dan lees ik het uit. Als ik het uitlees is het dus niet lastig, ook niet als het feelgood is.

Redenen om niet verder te willen lezen kunnen voor mij zijn omdat het toch niet zo interessant was als het leek, of omdat het verteltempo niet helemaal goed is (“het zakt in”), of omdat ik de toon of het tekstritme niet fijn vind. Die laatste twee zijn natuurlijk erg persoonlijk, maar het leidt voor mij verschrikkelijk af als een stuk tekst houterig leest, of juist klonterig, met lange woorden op onhandige plaatsen, als klonters in de pap. Of als het op me overkomt alsof de schrijver heeft willen laten zien hoeveel moeilijke woorden hij of zij wel niet allemaal achter elkaar kan zetten in één zin, of hoeveel beter hij of zij het wel niet weet dan de lezer. Allemaal redenen voor mij om een boek dicht te slaan en niet verder te lezen, maakt niet uit wat voor genre het boek heeft meegekregen.

Wat is jouw ultieme manier van ontspannen?
Naar Schiermonnikoog op vakantie gaan met mijn gezin.

Wat is je lievelingseten en zou je daar het recept van met ons willen delen?
Volgens mij heb ik geen lievelingseten; ik vind heel veel (veel te veel) dingen heel lekker…


Nieuwsgierig naar de boeken van Jackie van Laren?

Bestel bij Bol.com

Bestel dit boek bij Libris.nl

Ik ben Alexander, bouwjaar 1973. Ik lees graag thrillers en fantasyboeken. Zelf schrijf ik korte verhalen, doe mee aan schrijfwedstrijden en werk aan mijn eigen boek. Ook ben ik bouwkundig tekenaar en hou ik van Formule 1 en wielrennen.

Leave a Reply

  • (not be published)