Langs het kanaal – door Marceline de Waard

Plaatsen waar de tijd stil is blijven staan. Bij de keuze voor deze foto realiseer ik mij dat ik daar een voorliefde voor heb. Koos ik vorige maand voor een verstild Italiaans dorp, nu valt mijn keus op de wereld van de Engelse kanalen. Tijdens de industriële revolutie gegraven voor het vervoer van goederen op smalle door paarden voortgetrokken narrowboats. Nu zijn die boten voor de pleziervaart en verschillende vakanties gleden we op zo’n lange smalle boot met een slakkengangetje door het Engelse landschap.
Toen Eileen in ‘Thuisreis’ door Engeland naar Ierland trok, kon het niet anders dat ze een stop maakte in een stad langs een kanaal. Zie je het bankje rechts op deze foto? Daar begint onderstaand verhaal.

kanaal
LANGS HET KANAAL

‘Blijf zitten. Maak je haar los en niet meer bewegen.’
Iets in zijn stem zorgt ervoor dat Eileen doet wat hij zegt. Vanaf haar bankje langs het kanaal, heeft ze zicht op de achtertuinen van een rij deftige oude huizen aan de overkant. Langs het jaagpad ligt een rijtje narrowboats, smalle kanaalboten waarmee de Engelsen in een slakkengangetje de kanalen afvaren. Ze is nu een paar weken in Bath en vandaag liep ze langs de rivier de Avon naar het kruispunt met de sluizen van het Kennet and Avon kanaal. Vanaf daar wandelde ze over het jaagpad langs het kanaal omhoog. De stilte is in scherp contrast met de drukte van de stad die op een steenworp afstand ligt. Ze heef het gevoel dat ze in een andere wereld is beland. Een wereld, waarin de tijd al een paar eeuwen stilstaat en waar het volstrekt logisch is dat ze stil blijft zitten omdat een vreemde man haar dat vraagt.
Na verloop van tijd ritselt papier naast haar en gaat iemand zitten, een kruidige geur streelt haar zinnen. Ze draait haar hoofd. Zijn witte tanden concurreren met zijn T-shirt. Hij legt een schetsblok op zijn knieën en steekt zijn hand uit. ‘Dex.’
‘Eileen.’ Ze veegt haar klamme hand af aan haar spijkerbroek voor ze hem in de zijne legt. Haar hart roffelt alsof ze een puber is die de aandacht krijgt van de leukste jongen van de school.
‘Fijn dat je bleef zitten, je zag er zo betoverend uit. Ik moest je gewoon tekenen.’
‘Mag ik het zien?’
‘Nog niet, het is nog een ruwe schets, als ik het uitgewerkt heb, mag je het zien.’
‘Wanneer is dat?’
Hij haalt zijn schouders op. ‘Morgen, volgende week, over een jaar? Wie het weet, mag het zeggen.’ Zijn ogen glijden over haar lichaam heen en twinkelen als zij de haren vinden.
‘De zon is flink heet vandaag.’ Ze heeft het warm en weet dat dit niet van de zon komt, met haar hand wappert ze zichzelf koelte toe. Ze pakt een speld uit een hoopje op haar schoot en tilt een haarpluk omhoog.
Hij pakt haar pols. ‘Niet doen, het is veel te mooi om op te steken. Kom, we gaan wat drinken. Dat heb je verdiend voor dat geduldige stilzitten. Ik trakteer.’ Hij trekt haar omhoog. ‘Hierheen.’ In plaats van dezelfde weg langs het jaagpad terug te nemen, neemt hij haar mee naar een lange trap omlaag. ‘Dit is sneller.’
Onderaan de trap gaan ze onder een boog door en de verstilde wereld van het kanaal wordt vervangen door de drukte van de stad.

‘Alsjeblieft.’ In de beergarden van de pub zet Dex een glas witte wijn voor haar neer. Hij slaat zijn lange benen over het bankje van de picknicktafel en gaat tegenover haar zitten met zijn bier. ‘Proost.’ Hij heft zijn pint.
Eileen nipt van haar wijn en bekijkt hem van onder haar oogharen.
‘Bevalt het uitzicht?’ Hij grijnst.
‘Het is een leuke pub met een charmante tuin.’ Ze bedwingt de neiging het koele glas tegen haar wangen te leggen en blaast omhoog tegen haar krullen. Zijn lach verbreedt zich tot aan zijn oren. Het gezicht van Eileen plooit als vanzelf mee.
‘Ben jij een kunstschilder?’ Eindelijk heeft ze iets bedacht om te zeggen.
‘Of zo. Vertel eens, wat doet een Ierse schone hier in Engeland?’
‘Ik ben niet Iers, ik kom uit Nederland.’
‘Echt waar? Met dat haar van jou heb je vast Iers bloed.’
‘Dat wel, mijn oma was Ierse. Ik ben onderweg naar Ierland, om de geboortestreek van mijn oma te zien.’
‘Zie je, ik wist het. Maar, het klinkt of je nog nooit naar de geboorteplek van je oma geweest bent.’
‘Dat klopt. Vertel eens wat meer over jou. Wat doe jij in Bath? Woon je hier, werk je hier?’
‘Ik pas tijdelijk op de narrowboat van een vriend die zijn hart achternaging en nu in Australië is.’ Hij neemt de laatste slok van zijn bier. ‘Ik haal er nog eentje. Wil jij ook?’
Eileen pakt haar glas, ongemerkt heeft ze het bijna leeggedronken. ‘Een kleintje? Ik moet nog fietsen.’

‘Uit welk deel van Ierland kwam je oma?’ Dex komt terug met de drankjes.
‘De Connemara, aan de westkust.’
‘Dat ken ik niet, ik ben eigenlijk alleen in Dublin geweest.’
‘Hoe was dat?’
‘Gewoon, een stad. Ze hadden leuke pubs, verder was ik er niet zo lang. Genoeg over mij. Nu wil ik alles weten van de schoonheid tegenover mij.’
‘Over mij?’
Dex kijkt eerst links van Eileen en dan rechts. ‘Ik zie verder niemand.’ Lachend kijkt hij haar weer aan.
‘Oh.’ Eileen baalt dat ze niets beters weet te zeggen dan dit eenlettergrepige woord.
‘Zo raar is het toch niet dat ik alles wil weten van zo’n mooie en inspirerende vrouw?’
‘Houd op.’ Ze lacht terug. Vlinders maken een vreugdedansje en opnieuw voelt ze zich een puber.
‘Ik wil alles weten van jou, je oma, je reis naar Ierland en wat je bezighoudt. Dus, hoe lang ben je hier nog en waar verblijf je?’
‘Ik sta op een camping, net buiten Bath. Overmorgen komt mijn jongste dochter met haar vriend voor een week.’ Nu ze weer haar woorden weet te vinden, kan ze deze overdonderend aantrekkelijke man beter meteen laten weten dat ze een oude vrouw is met volwassen kinderen.
‘Mooi, dan ben je voorlopig nog niet weg. Ga je morgenavond mee uit eten?’

‘Nu moet je mij toch eens over je Ierse oma vertellen.’ Dex legt zijn bestek schuin op zijn bord en leunt achterover.
‘Mijn oma wilde nooit iets vertellen over Ierland. Naar het waarom ben ik steeds nieuwsgieriger geworden. Het enige dat ik weet is dat ze eind jaren dertig van de vorige eeuw verliefd werd op mijn opa. Ze trouwden halsoverkop en zij kwam met hem mee naar Nederland.’
‘Wat deed jouw opa eind jaren dertig in Ierland? Het was geen fijne tijd met de onafhankelijkheidsstrijd die er woedde.’
‘Hij kwam uit een rederijfamilie. Vlakbij Galway aan de westkust van Ierland vertrokken veel migratieboten naar Amerika. Ik denk dat hij daar was voor zaken met een andere rederij. Voorbij Galway ligt de Connemara, daar kwam mijn oma vandaan. Ik weet niet waarom hij daar ook naartoe ging en ik hoop in Ierland de antwoorden te vinden.’
‘Wilt u nog een dessert?’ Een meisje haalt de borden van hun tafel.
‘Wil jij, of moet ik je al thuisbrengen?’ Dex kijkt Eileen vragend aan. Ze weifelt, ze wil dit moment nog even vasthouden en weet niet zeker of ze wel door hem thuisgebracht wil worden. ‘Misschien een cappuccino?’
Als het meisje weg is met hun bestelling, leunt Dex naar voren als een jager die zijn prooi bestudeert. Eileen schuift ongemakkelijk heen en weer op haar stoel. Tevergeefs zoekt ze naar een nieuw gespreksonderwerp en Dex lacht alleen maar. Gelukkig komt het meisje snel met hun koffie die ze in stilte opdrinken en ze is opgelucht als Dex gaat afrekenen.

‘Ga je mee? Dan breng ik je even thuis.’ Dex komt terug en steekt zijn hand naar haar uit.
‘Ik ben fietsen, langs de rivier ben ik zo bij de camping.’
‘Dan lopen we naar de rivier.’ Hij houdt de deur voor haar open.

‘Daar lig ik.’ Als ze bij de rivier aan de rand van het stadscentrum komen, doorbreekt Dex de stilte die gespannen tussen hen hing. Hij wijst naar een lange smalle donkergroene narrowboat. Zijn tanden blinken in de avondzon.
Eileen krijgt het warm. Ze reikt naar haar fiets die hij tijdens de wandeling naar de rivier voor haar vasthield. ‘Dank je wel voor het lekkere etentje. Ik vond het erg gezellig.’
‘Ben je mal. Ik heb geleerd een meisje altijd thuis te brengen.’ Hij pakt haar fiets op, daalt af naar de kade en voor Eileen er erg in heeft, ligt haar fiets op het dak van de boot.
Dex stapt aan de achterkant aan boord en steekt zijn hand naar haar uit. ‘Kom. Het is maar een paar mijl varen naar jouw camping.’
Aarzelend blijf ze staan, een paar mijl varen kan vast geen kwaad en ze stapt aan boord. Dex maakt de deurtjes open. ‘Wil je kijken voor we gaan?’
‘Graag.’ Ze heeft nog nooit een narrowboat van binnen gezien en haar nieuwsgierigheid wint van het ongemakkelijke gevoel dat ze eerder had. Ze volgt een zich bukkende Dex. Een smalle gang voert achtereenvolgens langs een bed, een piepkleine badkamer, een keukenblok en eindigt in een kajuit met een lange bank tegen een wand een tafel in het midden en een houtkacheltje in een hoek. Twee openslaande deurtjes leiden naar de voorpunt.
‘Het is enig.’
‘Ik wist wel dat het je zou bevallen. Je past hier ook precies. Niet te groot zoals ik.’ Hij bukt zijn lange gestalte naar haar toe. Haar mond wordt droog, wie hield ze net voor de gek? Hij pakt haar bij haar schouders en trekt haar tegen zich aan. Vingers kriebelen langs de huid van haar hals naar het gleufje tussen haar borsten dat net boven haar jurk zichtbaar is. Een rilling gaat door haar heen, hij verstevigt zijn greep op haar schouderbladen en zij pakt zijn spijkerjack vast om niet te vallen. Hij grijpt in de krullen achter op haar hoofd en langzaam brengt hij haar mond naar die van hem. Eileen geeft zich aan hem over en vergeet de wereld om zich heen.
‘Wauw. Je smaakt nog lekkerder dan ik dacht.’ Dex beëindigt uiteindelijk hun kus. Eileen kan hem alleen maar aankijken.
‘Kom, ik zal je thuisbrengen voor het donker wordt. Het is niet de bedoeling om na zonsondergang nog te varen.’


Wil jij weten hoe dit verhaal verder gaat, koop dan de roman Thuisreis van Marceline de Waard via de actie van Thrillers & More en Marceline komt het boek persoonlijk bij jou thuisbrengen. Klik op deze link voor meer informatie.

OVER MARCELINE

Sinds 2017 schrijft Marceline de Waard er lustig op los. Maart 2020 verscheen haar debuutroman ‘Thuisreis’, ‘Langs het kanaal’ is een fragment uit deze roman. haar korte verhalen publiceert zij wekelijks op www.marcelinedewaard.nl. In 2019 kwam ‘Schandalig en andere zondagverhalen’ uit waarin vijftig van deze verhalen staan. ‘Onder de oude olijfboom’ is het openingsverhaal van deze bundel Momenteel werkt zij aan haar volgende roman en een tweede bundel zondagverhalen. Deze verschijnt dit voorjaar onder de titel “Verlangen en nog meer zondagverhalen’. Ook zijn verhalen van haar opgenomen in verschillende (wedstrijd)bundels. kanaal kanaal

Kijk hier voor meer nieuws op www.thrillersandmore.com

Ik ben Alexander, bouwjaar 1973. Ik lees graag thrillers en fantasyboeken. Zelf schrijf ik korte verhalen, doe mee aan schrijfwedstrijden en werk aan mijn eigen boek. Ook ben ik bouwkundig tekenaar en hou ik van Formule 1 en wielrennen.

Leave a Reply

  • (not be published)