Briljant. Gewoon briljant! – door Ilse Ruijters
Vijf maanden geleden

Het fijnste moment van schrijven is beginnen aan een nieuw boek: het moment waarop je weet welk verhaal je wilt vertellen en je ‘het alleen nog op papier hoeft te zetten’.
Op dat moment werk je namelijk aan een briljant boek. Een meesterwerk dat alles overtreft wat je hiervoor hebt gedaan en dat alles wat je collega’s ooit hebben geproduceerd ver achter zich zal laten.

In die beginfase is alles nog mogelijk. Je ziet het verhaal zo voor je. De personages kloppen, de plot is sterk, de setting perfect.
Natuurlijk, je weet wel dat straks de fase volgt waarin je aan alles gaat twijfelen, dat je denkt: hoe komt het ooit nog goed met dit verhaal, maar voor nu klópt het. Nu is het boek waar je aan werkt alles waar je ooit van hebt gedroomd.
Alles.

Briljant
Foto: Mona Alikhah

Dat klinkt misschien hoogdravend – is het ook wel – maar dat moment van intense verliefdheid is essentieel om een boek af te schrijven.
Een boek schrijven is namelijk net als een relatie met een man of een vrouw hebben. In het begin ben je helemaal weg van elkaar. Nachtenlang lig je met elkaar te praten, elke tel van elke dag wil je bij elkaar zijn, elkaars imperfecties vallen je niet op, je kunt je niet voorstellen dat de rest van de wereld jouw nieuwe liefde niet onvoorstelbaar sexy vindt.
Na een tijdje drijft de roze wolk echter over. Het is niet zo dat de liefde weg is, maar je komt weer met beide benen op de grond te staan. Opeens vallen je dingen op die je in eerste instantie helemaal niet zag; de ruwe randjes, de onvolmaaktheden.
‘s Nachts lig je wakker van elkaars gesnurk, in plaats van elkaars omhelzing. De heerlijke vrijpartijen maken ruimte voor wc-bezoeken met de deur open. Voorzichtig rijst de twijfel: is dit het nu echt?
En dát is het moment waarop je die beginperiode nodig hebt. Terug naar de basis. Wat vond je ook alweer zo verschrikkelijk leuk aan die ander?

Een boek schrijven is een relatie in een snelkookpan.
• Eerst die allesverzengende lust (de eerste hoofdstukken schrijven);
• dan het aan wennen elkaar (de eerste honderd pagina’s);
• het moment waarop je besluit er samen voor te gaan (de volgende tweehonderd pagina’s);
• de sleur (schrappen, herschrijven, corrigeren);
• en dan de breuk (het moment waarop je je manuscript verstuurt).

Ik kan het iedereen aanraden. Want als je ’s nachts naar je gesnurk van je lief ligt te luisteren, is het heerlijk om aan die ander, dat boek, te denken. Je minnaar.


Ilse Ruijters (1979) schrijft psychologische thrillers. Haar debuut, De onderkant van sneeuw, won de Hebban Thrillerdebuutprijs 2015 en stond meerdere weken in de TIP-kolom van de Bruna. Haar tweede boek, Later als ik dood ben, kwam in september 2016 uit en belandde op de shortlist van de Gouden Strop 2017. In 2019 verscheen Meisje van me. Behalve boeken schrijft Ilse columns en artikelen en geeft ze schrijfcursussen aan het bedrijfsleven. Ook presenteert ze op de lokale omroep het programma De nieuwe bibliotheek. Ilse woont met haar man en hond in Almere. De minnaar verscheen onlangs bij Ambo|Anthos Uitgevers.

Lees ook de column Paniek. Blinde paniek!

Ga voor meer nieuws naar www.thrillersandmore.com

Ik ben Alexander, bouwjaar 1973. Ik lees graag thrillers en fantasyboeken. Zelf schrijf ik korte verhalen, doe mee aan schrijfwedstrijden en werk aan mijn eigen boek. Ook ben ik bouwkundig tekenaar en hou ik van Formule 1 en wielrennen.

Leave a Reply

  • (not be published)