Peters
Foto: Bo Peters

Geen cijfers, maar letters – door Bo Peters (winnaar T&M Beste Roman Nederlandstalig 2020)

Het was in het voorjaar van 2012 dat ik besloot om alle onzin die ik over mezelf dacht, overboord te gooien. Een beetje laat, want ik kreeg al een aanwijzing dat ik dat moest doen, toen ik in 1993 door de gang liep van de middelbare school in Sittard.

Het was de laatste schoolweek van mijn tweede jaar en ik sjokte met mijn afgeleefde schooltas door de overvolle gang vol uitgelaten pubers. Halverwege werd ik ingehaald door mijn rondbuikige wiskundeleraar. Het was de eerste keer dat hij me zo vriendelijk aankeek en ik wachtte argwanend af wat er ging komen.

‘Zo, het zit erop,’ zei hij monter. ‘Nu ben je er eindelijk vanaf.’

Ik trok vragend mijn wenkbrauwen op.

‘Wiskunde! Nu kun je mijn vak eindelijk laten vallen.’

Vertwijfeld keek ik naar zijn glunderende oogjes waarin ik op zijn minst een zweem van sarcasme verwachtte, maar nee, hij leek oprecht blij. Voor mij of voor hem, dat was nog even de vraag.

‘Ja, weet je wat het is?’ Hij haalde zorgeloos zijn schouders op. ‘Sommige mensen zijn goed in wiskunde en anderen in talen. Het is meestal het één of het ander. Jij hebt niet de logica die nodig is voor wiskunde. Jouw hersens zijn gemaakt om te schrijven.’

In volslagen verbijstering staarde ik hem aan. Niet vanwege de inhoud van zijn boodschap, maar omdat hij dit inzicht blijkbaar al jaren had.

Ik herinnerde me levendig de minuten die op uren leken, als hij me weer eens voor het bord zette, waarop een onmogelijke som stond van twee meter lengte, met de mededeling dat iedereen pas aan de pauze mocht beginnen als ik die som had opgelost. Dat maakte mij, op zijn zachtst gezegd, niet populair bij mijn klasgenoten.

Waarom zou hij zoiets sadistisch doen, terwijl hij kennelijk wist dat mijn brein nooit meer zou aankunnen dan de tien cijfers van een telefoonnummer? Het hoogste cijfer dat ik ooit voor zijn vak haalde was een drie, dankzij de liefdadigheid van een buurvrouw die me liet afkijken. En zelfs dat deed ik slecht.

Maar terwijl wij daar in die gang liepen, was hij dat blijkbaar allemaal vergeten. Water onder de brug. Alsof we de beste vrienden waren, legde hij een klamme hand op mijn schouder en hield me staande.

‘Ik heb wel eens stukjes van jou gelezen in de schoolkrant. Jij moet echt iets met schrijven gaan doen.’ Hij knipoogde naar me alsof hij me zojuist een slimme tip had gegeven, wat in feite ook zo was. ‘Fijne vakantie!’ Met een olijke zwaai verdween hij uit mijn leven.

Dat was het moment waarop ik had kunnen weten wat ik met mijn leven moest doen. Helaas was ik toen al zo onzeker over mezelf geworden, dat zijn goede raad niet tot me doordrong.

Zodoende was het pas in 2012, toen ik de uitslag kreeg van een competentietest, dat het kwartje eindelijk viel. Op rekenkundig vlak bleek ik haast zwakzinnig, maar op taalgebied scoorde ik het andere uiterste.

‘Misschien moet je jouw aannames over je zelf eens herzien,’ zei de dame die me de uitslag gaf spitsvondig.

En dat deed ik. Zoals gezegd gooide ik alles overboord en begon te schrijven. Mijn voornemen was om het boek te schrijven dat ik altijd had gemist in de bibliotheek. Een verhaal waarin alles leeft waarvan ik houd. Ik wilde het hele proces doorlopen van het schrijven, het herschrijven, het schrappen en nog tien keer herschrijven tot aan het uitgeven toe. Over lezers maakte ik me toen nog helemaal niet druk. Dat was bijzaak.

Bo Peters

Zo groeide Schaduwjaar gedurende zeven jaar onder mijn handen. Ik genoot van elke letter. Het voelde alsof mijn hersens eindelijk mochten doen waarvoor ze waren gemaakt. Alsof ik na een heel leven van achterstevoren lopen, mezelf ineens toestond om voorwaarts te gaan.

Toen het boek in december 2019 uitkwam, kon ik amper bevatten dat er een eind was gekomen aan die wonderlijke reis. Het was me gelukt: ik had een boek geschreven. Mijn doel was bereikt. Alles wat hierna kwam was bonusmateriaal. Pure cadeautjes.

Er volgden nog heel wat van die cadeautjes: de boekpresentatie was een groot succes, de lovende woorden van lezers bleven binnenstromen, het boek verkocht en ik kon slechts verwonderd toekijken. Dat Schaduwjaar nu door de lezers is gekozen als Beste Nederlandstalige Roman van 2020, is het grootste cadeau van allemaal.

Als mijn wiskundeleraar mij niet zo vaak – tegen beter weten in – voor de klas voor schut had gezet, had ik deze eer graag aan hem opgedragen. Maar nu houd ik hem lekker zelf.

Bo Peters, Peters
auteur van Schaduwjaar.

Leave a Reply

  • (not be published)